Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:Hemelwater afvoer systemen.Voor de volgende onderwerpen ga naar:neerslag en gootrecht;
materiaal toepassing en bepaling capaciteit;
conventioneel stelsel en Pluvia of gelijkwaardig stelsel t.b.v. plat dak; |
Neerslag en gootrecht:
Hoeveelheid neerslag:
Theoretische beschouwingen tonen aan dat in Nederland op onze geografische breedte de maximale regenintensiteit 540 - 600 l/(s.ha) is.Deze hoeveelheid regen, die op onze daken valt, zullen we moeten afvoeren naar de grond of het riool.
Hierbij moeten we rekening houden met het in het Burgelijk Wetboek beschreven 'gootrecht'.
Meer neerslag door klimaatverandering (?):
De totale hoeveelheid neerslag in een jaar, de neerslagsom, variëert sterk van jaar op jaar.De hoeveelheid neerslag hangt samen met tal van factoren, zoals windrichting, temperatuur en luchtvochtigheid.
De hoeveelheid neerslag varieert daarom sterk in plaats en tijd.
Ze kan toenemen wanneer de temperatuur stijgt, maar wordt ook beïnvloed door andere klimaatfactoren zoals veranderingen in overheersende windrichting.
Prognoses van het klimaat in de toekomst laten een toename zien van de gemiddelde hoeveelheid neerslag in Noord-Europa en een afname in Zuid-Europa.
Een extra regenpijp bij twijfel kan derhalve geen kwaad.
gootrecht:
Men mag volgens het burgerlijk wetboek niet afwateren op het erf van de buren, dus ook niet op de goot van de buren, tenzij het een gemeenschappelijke goot betreft.het onderwerp "Gootrecht" bij het onderdeel "Burenrecht".
regenwaterafvoer:
Naar hun functie zijn voorzieningen om het regenwater af te voeren te onderscheiden in:- Dakgoten met hulpstukken en bevestigingsmiddelen voor de opvang van regen- en smeltwater van hellende daken en transport van dit water naar de hwa afvoeren;
het onderdeel "Dakgoten". - Regenwaterafvoeren met hulpstukken en bevestigingsmiddelen voor de afvoer van regen- en smeltwater van hellende en platte daken.
Voor het afvoeren van regenwater van platte daken en brede goten via regenpijpen cq hwa afvoeren zijn twee principes beschikbaar:
een conventioneel stelsel en een Pluvia of gelijkwaardig stelsel. - De lozing direct op het maaiveld, op een nabijgelegen sloot, het riool of op een vervangend alternatief zoals b.v. een regenwatersysteem.
het onderdeel "Riolering".Verstoppingen door door bladophopingen in de hwa of daarna in het riool dient te worden voorkomen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden beschikbaar.
- bladroosters
- dakgootbescherming ( het onderdeel "Dakgoten". )
- vergaarbakken (zie verderop)
- bladafscheider systeem in de regenpijp
- de regenwaterput t.p.v. de aansluiting op het riool ( het onderdeel "Riolering." )
het subonderwerp "Stenen dakgoten en waterspuwers"
van het onderwerp "Natuursteen toepassingen" behorende bij het onderdeel "Materialen - (-)steen/beton".
De alternatieve pet fles spuwer:
Materiaal toepassing en bepaling capaciteit:
Regen(hemel)waterafvoeren met de daarbij behorende hulpstukken en bevestigingsmiddelen kunnen standaard worden geleverd in de materialen zink, koper, PVC, polyester, aluminium en staal.
zie hiervoor de documentatie van de betreffende leveranciers.
Voor loden hemelwaterafvoeren welke bij monumenten kunnen voorkomen zie de pdf verwijzing bij de vergaarbakken.
Traditioneel werden regenpijpen van zink gemaakt.
bron: Constructieleer voor loodgieters (Mulder en Boes 1946)
De meeste hemelwaterafvoeren zijn rond van vorm. Er zijn echter ook uitzonderingen.
Om architectonische redenen worden soms rechthoekige hemelwaterafvoeren toegepast, die verzonken in het metselwerk worden aangebracht, waardoor één vlakke wand ontstaat.
(De later aangebrachte stickers behoren niet tot het oorspronkelijke ontwerp, maar tonen wel aan dat een niet standaard oplossing opvalt.)
Capaciteitsbepaling d.m.v. een vuistregel.
bron: HTS 1980Bij een conventioneel stelsel kunnen we de capaciteit van de hemelwaterafvoeren berekenen aan de hand van de vuistregel "doorsnede hwa = 75 mm² per m² dakvlak",
of door middel van een berekening.
Let op !
Bij dakvlakken waarop geen zicht is kan, i.v.m. een eventuele verstopping, ook als uit de bereking blijkt dat hij niet nodig is een tweede hwa gewenst zijn.
Vergaarbakken:
Vergaarbakken (ontvangers) dienen voor het vergaren van regenwater uit één of meer afvoeren, en voor controle op ernstige lekkages als gevolg van verstoppingen in afvoeren. Gewoonlijk worden zij aangebracht aan het boveneinde van of tussen regenwaterafvoeren, vooral daar waar veel vuil op daken of in dakgoten terechtkomt. Daarom worden vergaarbakken vaak geplaatst aan gebouwen in de omgeving van hoge en grote bomen. Grof vuil, o.a. takjes en bladeren van bomen, moet (middels roosters e.d.) zoveel mogelijk voor of in de vergaarbakken worden tegengehouden, doch zodanig dat regenwater vrijwel ongehinderd kan doorstromen.Bij een volkomen verstopping in de afvoer zal tijdens een regenbui het water stijgen tot in de vergaarbak. Komt het hoger dan het overlooppijpje dan kan de verstopping gemakkelijk worden vastgesteld (tenzij dit pijpje vanaf de beganegrond (o.g.) niet zichtbaar is).
Vergaarbakken zijn standaard in verscheidene vormen en grootte in de handel. Wel men echter iets anders dan zal men deze door een vakman moeten laten maken.
Het vervaardigen van een standaard vergaarbak:
bron: Constructieleer voor loodgieters (Mulder en Boes 1946)
Voor een volledige beschrijving van de hierboven genoemde hemelwaterafvoeren en vergaarbakken welke aan monumenten panden voorkomen
zie het bijgevoegde artikel uit het Ïnspectieboek Monumentenwacht.
pdf hemelwaterafvoeren en vergaarbakken (bron: Ïnspectieboek Monumentenwacht)
Moderne vergaarbak op h.w.a. afvoer.
Dakvorm fungeert als goot en spuwer.Gemeentewerf Vroomshoop
Te Kiefte Architecten
Conventioneel stelsel en Pluvia of gelijkwaardig stelsel t.b.v. plat dak:
Conventioneel stelsel:
De benodigde dakdoorvoeren zijn van zink, pvc en/of epdm. E.e.a. is afhankelijk van de gekozen dakbedekking.
Het aantal afvoerpunten is afhankelijk van de dakvorm, de dakfuntie en het afschot.
het onderdeel "Afschot platte daken".
De hwa binnen is eigenlijk meteen al het riool en moet voldoen aan de daarvoor geldende eisen qua materiaal, luchtdichtheid, geluid, etc.
het onderdeel "Riolering".
Bij doorvoer hwa buizen door het dak ontstaat over een bepaalde lengte kans op condens d.w.z. leidingen isoleren.
Pluvia of gelijkwaardig stelsel:
Pluvia systeem (bron: geberit)Bij een toepassing van een Pluvia stelsel moet de mogelijke gevolgen van de hogedruk stuwing t.p.v. de afvoeren op het dak worden berekend door de constructeur. Hij zal ook aangeven op welke hoogte spuwers maximaal moeten worden aangebracht.
Afbeelding = schematische voorstelling.
1 aan te brengen spuwer;
2 maximaal toelaatbare waterhoogte
boven de dakwaterafvoer (hwa);
3 normale dakwaterafvoer.
Tevens dient men tevens rekening te houden met de hoogte vanaf waarop het water het gebouw kan binnendringen en de bestemming van het gebouw. {Niet altijd is een éénmalige lekkage problematisch.)
Spuwers hebben een meldingsfunctie, hou hiermee rekening, zodat een verstopping kan worden verholpen.
Op een dakvlak, ook bij een Pluvia systeem, behoren minimaal 2 afvoeren aanwezig te zijn, zodat in geval van verstopping er altijd 1 overblijft. Als dit niet mogelijk is, dan is een afvoer met stadsuitloop een acceptabel alternatief.
Om plasvorming rondom in te plakken HWA afvoeren te voorkomen is een zorgvuldige detaillering heel belangrijk. Een goed geplaatste en ingewerkte HWA, liefst met een lichte verdieping, is gunstig voor de afvoer van toestromend water.
Ook hier is isolatie bij kans op condens noodzakelijk.
Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 11-11-2016
extra informatie behorende bij: | Pluvia of gelijkwaardig stelsel: |
Geberit Pluvia hemelwaterafvoersysteem:
Het Pluvia hemelwaterafvoersysteem maakt het mogelijk door middel van trechters de hemelwaterafvoerleidingen als volsysteem te berekenen en toe te passen.De werking van het Pluvia systeem berust op het verschijnsel van hoogteverschil tussen 2 punten. Dit hoogteverschil wordt de statische hoogte genoemd en deze is meestal gelijk aan de gebouwhoogte. Deze statische hoogte is de enegiebron die voorhanden is. Het drukverschil kan echter alleen ontstaan, indien er sprake is van ononderbroken verbinding tussen in- en uitlaat. Deze regel impliceert, dat de inlaatconstructie dusdanig dient te zijn, dat bij een berekende afvoercapaciteit een luchtafsluiting ten opzichte van de leiding wordt bereikt, waardoor voornoemd dukverschil kan ontstaan. Door het toepassen van de Pluvia hemelwaterafvoertrechter treedt bij een bepaalde toegevoerde hoeveelheid water, stuwing op in een verdiept trechtergedeelte, waardoor er een luchtafsluiting plaatsvindt. Anderzijds dient de leidingdiameter na de afvoertrechter zodanig gekozen te worden dat in de leiding volvulling kan optreden. Met name het verticale leidingdeel is hier bepalend. Wanneer installaties met zeer geringe valhoogte moeten functioneren, bestaat het gevaar dat er geen volvulling ontstaat in de valleiding, hoewel de watertoevoer naar de trechter de luchttoevoer heeft afgesloten. Hierdoor wordt er dus minder water afgevoerd dan berekend is en dit kan stuwing van water op het dak tot gevolg hebben.
(Een overstort (nooduitlaat) is derhalve bij dit soort hemelwatersystemen noodzakelijk. De plaats van deze overstort dient i.v.m. de toelaatbare dakbelasting door de constructeur te worden bepaald. De verantwoordelijkheid voor nooduitlaten ligt dus niet bij de installateur van het hemelwaterafvoersysteem.)
Het Pluvia hemelwaterafvoersysteem kan op alle daken worden toegepast worden waar de minimale hemelwaterbelasting ca 1 liter/sec is.
Het systeem mag niet zonder meer op betondaken geplaatst worden zonder verdere dakafwerking. Dan ontstaat er een kans op verstopping door kalkafzetting. Indien rondom de afvoertrechter ca 1 m² grind wordt aangebracht is het verstoppingsrisico aanzienlijk minder.
Het systeem is ook op z.g. groene daken toepasbaar.
Het systeem kan in dakgoten met een minimale breedte van 35 cm worden ingebouwd. Indien de trechters in goten worden ingebouwd verdient de goothoogte en gootbreedte speciale aandacht.
(Maximale trechterbelasting tussen de 9- en 12 liter/sec.)
De onderlinge afstand tussen twee trechters wordt steeds bepaald door de dakconstructie. De maximale afstand mag de 20 m. niet overschrijden, ten opzichte van de dakranden is minimaal een afstand van 1 meter aanbevolen. De vervuiling van de trechter door bladeren die in hoeken of tegen opstanden waaien, kan zo voor een groot deel worden voorkomen.